U bent hier
Definitieve bescherming van het stadhuis, café Luminor en de gemeenteschool in Vilvoorde
Geert Bourgeois, Vlaams minister-president en Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, beschermt het stadhuis, café Luminor en de middenschool met overdekte binnenplaats in Vilvoorde definitief als monument
“De stad Vilvoorde is drie prachtige monumenten rijker. Met de bescherming van het stadhuis, de Middenschool en het café Luminor bevestigt Vilvoorde haar rol als een historisch belangrijke stad. Historisch en architecturaal erfgoed moeten we koesteren en een plaats geven in onze openbare ruimte.”, zegt minister-president Geert Bourgeois.
Het Stadhuis van Vilvoorde werd in 1870-1873 gebouwd naar de plannen van de Brusselse architect Antoine Trappeniers. Voor Trappeniers is dit een sleutelstuk in zijn oeuvre. Het grote gebouw in eclectische stijl heeft zowel een ceremonieel deel als een administratief deel. Naast het exterieur is ook het interieur van het ceremoniële deel dat uitkijkt over de Grote Markt beschermd. Daar bleven de traphal, de trouwzaal, het kantoor van de burgemeester en de imposante feestzaal bewaard. Het stadhuis moest de economische bloei van het negentiende-eeuwse Vilvoorde tonen.
Al 100 jaar is café Luminor een ontmoetingsplaats in Vilvoorde. Tijdens het interbellum werd een art-decopui met glas-in-lood aangebracht in de negentiende eeuwse gevel. Het interieur werd ingericht met gefineerde lambriseringen met inlegwerk, banken, spiegels en een toog met glazenkast. Zelfs de tafeltjes werden speciaal voor het café gemaakt.
De monumentale middenschool in Vilvoorde werd in 1884-1885 gebouwd in de nieuwe stationswijk. De bouw van de school kaderde binnen de eerste schoolstrijd (1878-1884). Hoewel het gebouw midden twintigste eeuw een vrij grondige renovatie onderging, blijft het in de eerste plaats een herkenbaar voorbeeld van laat negentiende-eeuwse scholenbouw. De gevel is imposant en rijkelijk versierd in neo-Vlaamserenaissance-stijl, die gekenmerkt wordt door de combinatie van rode baksteen met natuursteen. Deze vormgeving was ingegeven door een zowel romantisch als economisch nationalisme (het gebruik van nationale bouwmaterialen). Ze gaf ook legitimiteit en eerbiedwaardigheid aan het openbaar onderwijs, en sloot aan bij het belang dat de lokale overheidhechtte aan monumentale gebouwen in het stadsbeeld. Het vlakbij gelegen station is trouwens in een gelijkaardige architectuur opgetrokken. In het interieur van de school bleef de grote centrale, met glas overdekte binnenplaats (préau) bewaard. Het is een multifunctionele ruimte die samen met de klaslokalen een onontbeerlijk onderdeel vormde van de ideale school in de late negentiende eeuw. Op de binnenplaats werd later een aangrijpend oorlogsmonument geplaatst voor de slachtoffers van de Eerste en Tweede Wereldoorlog die verbonden waren aan de school. Architect van het gebouw was Emile Desmedt, die jarenlang de rechterhand was van de befaamde architect Hendrik Beyaert. Desmedt was van 1883 tot 1887 stadsarchitect van Vilvoorde. De school is beschermd omwille van de historische en architecturale waarde.